Omkeerbaarheid

Omkeerbaarheid is als toets-vraag een belangrijke strategie om de juiste balans te vinden bij het beoordelen van situaties. Het voorkomt tunnelvisie, polariserend gedrag, en een al te gemakkelijk ingenomen positie vanuit je comfortzone. Het helpt je kritisch te blijven als algemeen geaccepteerde meningen of eenzijdig opgelegde standpunten leiden tot een soort van zelf-bevestigende massapsychose waaruit men moeilijk kan ontsnappen.

Omkeerbaarheid wil zeggen dat als jij wat denkt of zegt over iets of iemand, je datzelfde eerst eens op jezelf zou moeten projecteren. Boet het dan niet aan betekenis in, dan is het waarheidsgehalte hoog. Vind je dat het niet klopt, dan is dat ook de andere kant op niet goed. Dit principe heeft zijdelings te maken met resonantie: datgene wat je bevalt of ergert aan een ander is vaak een blinde vlek die ook op jou van toepassing is.

Je kunt alleen reageren op iets wat je onbewust in jezelf herkent.

Omkeerbaarheid dwingt je om vaker tot een compromis te komen. Voorbeelden:

  1. Als een bedrijf het normaal vindt om alleen de beste mensen aan te nemen, dan geldt dat voor de concurrent ook. Je moet dan niet zeuren als over en weer medewerkers worden weggelokt. Vanuit omkeerbaarheid is daar niets illegaals aan. Wellicht is het dan beter om een soort uitwisselingsprogramma te starten om elkaar te stimuleren beter te worden.
  2. Als je in een supermarkt alleen de mooiste appels uitzoekt, dan hebben anderen ook dat recht. Als dan een keer alleen lelijk fruit over is, moet je niet bij de filiaalchef klagen. Stel een compromis voor waarbij het bijvullen wat verdeeld wordt over de dag.
  3. Als je vindt dat de overheid aan individuen een bepaald gedrag mag opleggen, dan geldt dat net zo goed voor jou (ook als je het een keer niet zo leuk vindt). Sterker nog: individuen mogen de overheid òòk verplichten (de wet geldt niet alleen in èèn richting). Om onwerkbare of dictatoriale situaties te voorkomen, is het beter de teugels wat los te laten, meer te werken vanuit “geven en nemen”, wederzijds begrip en acceptatie.

Het principe van omkeerbaarheid kan ook helpen om wat rust te brengen rondom actuele thema’s waarover de gemoederen nogal verhit kunnen raken: Corona, #MeToo, discriminatie en egalisatie. Deze en andere thema’s staan op gespannen voet met diversiteit. Enerzijds willen we graag diversiteit omdat het meer mogelijkheden en vrijheden geeft, anderzijds mogen we de bouwstenen van het resultaat dan weer niet benoemen. Soms is grensoverschrijdend gedrag ook werkelijk ongewenst en mensonwaardig, zoals etnisch profileren of zonder instemming seksueel getinte afbeeldingen verspreiden. Maar soms is het alleen de grens die met de tijdgeest mee verschuift.

Discriminatie is simpelweg het maken van onderscheid, zodat je keuzes kunt maken. Het is een heel normaal menselijk verschijnsel, vooral omdat we nu eenmaal digitaal denken en meer moeite hebben met inclusiviteit. Discriminatie heeft echter een negatieve betekenis gekregen door onterecht onderscheid tussen rassen of seksen. Het heeft geleid tot gevoelens van ongelijkwaardigheid, en overeenkomstige behandeling in bijvoorbeeld beloning of verdeling van leidinggevende posities. En dat is, vooral door politici, weer vertaald in het hebben van gelijke kansen voor iedereen.
Egalisatie is het wegpoetsen van alles wat duidt op onderscheid, met name als het gaat om mannelijk of vrouwelijk (met alle impliciete vooroordelen die daarbij horen). Het is een reactie op negatief ervaren discriminatie. Om mensen op te voeden moet de taal worden opgekuist, worden hele teksten herschreven, mogen biologische kenmerken niet meer sekse-gerelateerd worden, en ga zo maar door. Door egalisatie wordt de wereld een palet van grijstinten. En dat, terwijl men eigenlijk erkenning van kleurrijke diversiteit nastreeft!

Is het niet veel beter om aan gedrag en opvatting te werken gedurende opvoeding en opleiding? Door het geven van voorlichting, terwijl de rest langzaam met de tijd meegaat? Moeten we niet ook oog hebben voor de, soms historische, context waaruit bepaalde zienswijzen ontstaan zijn, en dat die niet zomaar elders gelden?

Als je het omkeerbaarheidsprincipe toepast op discriminatie, krijg je interessante invalshoeken. Zoals Joden die per sè een ras willen zijn, precies weten wat hen onderscheidt van andere mensen (met name Arabieren), maar vervolgens niet gediscrimineerd willen worden. Of de strijd tegen Amerikaanse sektarische onderdrukking van de niet-witte mens, die ertoe leidt dat de Nederlandse Zwarte Piet uit het cultuurbeeld wordt geschrapt. Die laatste discussie is nu wel zo’n beetje gelopen, maar ik heb hem nooit helemaal begrepen. Hoe sterker je jezelf afzet tegen de andere partij, hoe meer je juist het verschil benadrukt. Persoonlijk heb ik nooit de link gelegd van Zwarte Piet met negroïde mensen als minderwaardig en hulpjes. Ik had juist meer plezier met en over die lollig verklede mensen als met die strenge witte goedheiligman. Sinterklaas was met zijn dikke boek eerder de boeman, maar Zwarte Piet had de zak met snoep en cadeautjes. Ook later, als volwassene, is mijn mensbeeld niet negatief beïnvloed door de spanning rond de 5de December. Als een kind op straat vraagt “Mama, is die meneer een zwarte piet?“, dan is dat juist een kans om het kind te leren correct waar te nemen, en om de positieve aspecten te benadrukken. Het is niet anders als wanneer een kind in de bus vraagt: “Mama, is die mevrouw zwanger?“, en je kunt uitleggen dat mensen nu eenmaal verschillende lichaamsbouw hebben, maar dat we desondanks allemaal hetzelfde zijn. Precies zoals je zelf ook behandeld wilt worden.

Maar als we dan toch de karikaturen uit ons gedachtengoed willen weren, dan kunnen we uitdrukkingen als “iemand de zwartepiet toespelen” beter schrappen, net zoals die dikke witte Angelsaksische kerstman. Of de idee dat je rond de kerstdagen veel moet eten, veel lampjes moet ophangen en iedereen cadeaus moet geven, want dat is alleen maar commercieel gedrag wat past bij welgestelde mensen. Hou het bij een kampvuurtje, een mooi vuurwerkfeest in de wijk, en een borreltje om met je medemens te toosten op de nieuwe kansen die zich de komende tijd aandienen.