Verliefdheid


Je kust me zacht
Cupido lacht
de zon zal fonk’len
klaar als wijn.

Je frisse hand
doorwoelt mijn haar
Cupido’s spel
doet ons geen pijn.

Je ogen zijn
zo donk’re stippen
na iedere kus
een stil refrein.

Een bos bruin haar
kroest door elkaar
ik zie je zitten:
een sierlijke lijn

welft in het gras
en struikgewas
je lichaam is
een goudfestijn.

Het verse brood
dat jij me bood
zal met genot
gegeten zijn.

Ik hap
jij hapt
wij happen samen
in het brood.

En uit je mand
haal jij de wijn
de zon is heet
het land te klein.

Groot wordt je hart
en jij verstart
één lief moment
in dronken wijn.

lk zie je gieten
in je mond
de drank, je lippen
glanzen fijn.

Het zachte rood
wacht als de dood
die eenmaal zeker
bij ons komt.

Laat ons genieten
van tedere kussen
rustig sussen
de levenspijn.

Dan kus je me zacht
en Cupido lacht
en’t zonnetje lacht
van pure gein.