Bij alle bezigheden die ik interessant vind, speelt de combinatie van techniek en creativiteit een belangrijke rol. Bij fotografie gaat het naast het mooie plaatje (compositie, kleur en contrast) om de invloed op het eindresultaat van licht, verlichting- en opnametechniek, optiek, en chemische processen (vroeger) of verwerkingssoftware (tegenwoordig). Bij muziek gaat het om geluid, opname- en weergavetechniek, muziektheorie, geluidseffecten, versterking en akoestiek. Gedichten ontstaan door taalvaardigheid, fantasie en een goede beheersing van mediaformaten en publicatietechnieken. De samensmelting van creatieve inhoud en vorm met technische vormgeving inspireert mij, niet alleen bij hobby’s, maar ook tijdens mijn werkzame jaren als ontwikkelaar, projectleider en manager.
Dat is niet altijd zo geweest. Vroeger, toen elk gezinslid een instrument bespeelde of gezegend was met een zuivere zangstem, bracht ik het niet verder dan de verplichte sopraan blokfluit. Uiteindelijk vond ik sporten leuker dan musiceren (of bijvoorbeeld zondagsschool). Toch heb ik altijd genoten van de zaterdagavonden in de zestiger jaren, toen we allemaal samen uit volgeschreven schriften vrolijke liedjes ten gehore brachten, begeleid door gitaren, ukelele, fluit en bescheiden slagwerk. Tussendoor werden dan spelletjes gedaan. Uit die tijd stamt mijn voorliefde voor country en Indische liedjes, maar ook voor bijvoorbeeld sjoelen en darts. Als tiener stimuleerde mijn vader mijn natuurlijke aanleg voor (elektro-)techniek en leerde hij mij van alles over fotografie, taal, filosofie en religie.
Een decennium later had de TV de huiskamer veroverd, en gingen mijn broers en zus de een na de andere het huis uit. Een technisch-wetenschappelijke studie en aansluitend een uitdagende baan drongen creativiteit naar de achtergrond. Zo rond het begin van de jaren negentig had ik het zó druk met allerhande verplichtingen, dat ik zocht naar ontspanningsmogelijkheden. Terugdenkend aan de gezelligheid binnen de Indonesische familie besloot ik om gitaarlessen te nemen en te proberen die liedjes van vroeger vast te houden voor volgende generaties. Mijn vader en zijn jong gestorven oudere broer waren mijn voorbeelden qua gitaarspel. Rond die tijd liep ook een langdurige relatie af, terwijl ik beroepshalve de hele wereld rondreisde. Ik wilde beslist regelmatig blijven oefenen, en dus werd mijn gitaar een trouwe metgezel onderweg. Bovendien gaf het gitaarspel me de rust om onderweg met alle stressvolle situaties om te gaan.
Vanaf die tijd kregen mijn hobby’s een nieuwe impuls.
Opleiding en persoonlijke ontwikkeling brachten beter begrip en mijn goede inkomen investeerde ik veel in instrumenten, apparatuur en gereedschappen. Een belangrijk struikelblok bij muziek waren mijn hoorapparaten. Door veel met een koptelefoon en geluidsopnames te oefenen, verbeterde ik zowel mijn gehoor als mijn stem. Rond de eeuwwisseling had ik uiteindelijk een kleine muziekstudio verzameld. Daarna verschoof het zwaartepunt naar digitale fotografie, en twintig jaar later is bijna alles van de muziekhobby, inclusief de vele gitaren, weer verkocht.