mindworks

5. Het onbenoemde zintuig

Het kenmerk van een mensenleven is het continue leerproces van waarneming, interpretatie, en afstemming met anderen, waaruit vervolgens een wisselwerking ontstaat met beïnvloeding van elkaar en uitruilen van waarden en belangen. Het doel daarvan is niet eenvoudig herkenbaar door de diversiteit van individuele doelstellingen en motivaties. Echter, van een afstand bezien lijkt de belangrijkste drijfveer het verzamelen en ontwikkelen van kennis en ervaringen te zijn.

5.1 Waarnemen

Het woord ‘zintuig’ duidt op een hulpmiddel voor je ‘zinnen’, ofwel je bewustwording. ‘Zinnen’ is ook een werkwoord in de betekenis van ‘bevallen’ en ‘een plezier doen’. Dat kan door zinnenprikkelende ervaringen, maar ook door zinvolle belevenissen. Je kunt uitzinnig zijn, zowel van vreugde als van verdriet, en je kunt je bezinnen op een situatie die aan je grenzen schuurt. En begon dit verhaal niet met een streven naar het ontdekken van de ‘zin’ achter alles en de poging een zinvol bestaan te leiden? Het is duidelijk dat onze zintuigen daarin een essentieel behulpzame rol spelen.

Een speurtocht naar welke zintuigen we tot onze beschikking hebben, leidt in eerste instantie tot de klassieke opsomming:

  1. Ogen (zien, beeld, gezichtsvermogen)
  2. Oren (horen, geluid, gehoor)
  3. Neus (ruiken, geur, reukvermogen)
  4. Tong (proeven, smaak, smaakvermogen)
  5. Huid (voelen, materie, tastzin)
    • Warmte (temperatuur alleen relatief)
    • Pijn
    • Druk

Deze organen brengen de hersenen in contact met de buitenwereld, ook als het gaat om reacties op ons eigen doen en laten. Uit de veelheid van signalen vormen de hersenen een beeld van de omgeving. Helaas beïnvloeden fysieke condities van onze zintuigen de waarneming enigszins. Zo werken in donkere omstandigheden de ogen anders als bij vol daglicht. Van het gehoor is bekend dat zwakkere geluiden gemaskeerd worden. Bovendien kunnen de hersenen de signalen foutief interpreteren, zoals bij gezichtsbedrog. Los daarvan kun je signalen een andere prioriteit geven, en de hersenen trainen. Je kunt leren iets lekker te vinden, of pijnprikkels te negeren. Kortom: het samenspel van alleen al deze 5 zintuigen met onze hersenen is een complex en niet altijd even betrouwbaar proces.

Hetzelfde geldt voor een aantal andere zintuigen, die ik liever ‘sensoren’ noem: organen die ons lichaam helpen besturen. Denk dan bijvoorbeeld aan:

  • Evenwichtszin, waardoor we in balans blijven
  • Positiezin, ervoor zorgend dat we houdingen kunnen aannemen en vasthouden
  • Honger, dorst en vermoeidheid, waarmee de conditie van interne lichaamsfuncties wordt aangegeven
  • Tijdsgevoel, het onderscheiden van intervallen
  • Aanwezigheid, nog vóórdat de andere zintuigen daarvan melding maken, weten dat er iets of iemand in de buurt is
  • Seksuele opwinding, indicator voor mogelijk partnerschap en voortplanting

Wetenschappelijk onderzoek levert op detailniveau steeds meer van dit soort sensoren op. En net als de klassieke zintuigen zijn ze niet per definitie betrouwbaar, en is de interpretatie ervan plooibaar. Samen met vele actuatoren van ons lichaam zorgen alle zintuigen en sensoren ervoor dat we ons flexibel kunnen manifesteren in de wereld om ons heen.

Natuurlijk kent elke mens naast zijn verstand ook gevoel en intuïtie. Emoties die het hart beroeren en buikgevoelens die onbewust willen sturen. Instinctmatige drijfveren die soms komen bovendrijven in bepaalde omstandigheden, zoals geslachtsdrift, beschermingsdrang, hongersituaties, of letselgevaar. Onderzoek duidt in de richting van een evolutionair gefaseerd opgebouwd zenuwsysteem door het hele lichaam heen, met sterk ontwikkelde grote hersenen als laatste ontwikkeling, waarmee de mens zich onderscheidt van andere levende wezens. Hier lokaliseert men de ratio en het verstand, en hier vindt waarneming en denken plaats. Het probeert ook de meer primaire activiteiten van het neuronale netwerk (kleine hersenen, hersenstam, tussenhersenen en ruggenmerg) te reguleren, zodat we beter opgewassen zijn tegen veranderingen die over onze soort worden afgeroepen.

Gevoel, intuïtie en instinct worden vaak gezien als het onbewuste denken, voortkomend uit de primitievere delen van het zenuwstelsel, in tegenstelling tot het bewuste gedrag vanuit de grote hersenen. Dat is niet correct. Het primitieve zenuwstelsel is vooral een regelorgaan op basis van invloeden uit de omgeving. Het geeft echter wel signalen aan ons bewustzijn, dat deze vervolgens interpreteert als bepaalde emoties of instinctieve reacties. Sterker nog: het primitieve zenuwstelsel acteert als een veelzijdige antenne voor allerhande informatie die door de andere zintuigen niet waargenomen wordt. Het is daarom beter om gevoel en intuïtie te zien als een extra zintuig, welke ons brein voorzien van waardevolle contexten. Net als voor de andere zintuigen geldt, kunnen gevoel en intuïtie er ook wel eens naast zitten, of zijn hun signalen niet zo relevant als je naar een groter plaatje kijkt. Denk maar aan alle keren dat je jezelf door onterechte gevoelens liet leiden, of bij nader inzien bepaald impulsief gedrag niet zo handig uitpakte. Vaak voeden ze onze #HersenTrucs. Maar belangrijker is dat gevoel en intuïtie, naast hun regulerende functies, eigenlijk een onbenoemd zintuig zijn. Als we ons niet laten leven door dit zintuig, als we ons hoeden voor waan-zin, dan levert het wezenlijk belangrijke informatie voor ons bewustzijn.

5.2 Integratie

World

Vanaf onze geboorte proberen we de wereld, waarin we terecht zijn gekomen, te begrijpen. Sterker nog: we proberen ons een plaats te verwerven door het streven naar erkenning en bevestiging. Het aansluiten bij andere groepen mensen is een manier om gezamenlijke afspraken te maken over de wereld waarin we leven. We leren zo met elkaar praten, welke woorden bij welke waarnemingen horen, en welke regels we allemaal aanhouden om niet steeds in verwarring te geraken. Je familie is de eerste natuurlijke groep waarin je terechtkomt. Later komen daar vele andere bij via school, sport, hobby, werk, geloof enzovoorts. Uiteindelijk raken we door dit alles in de eerste 20 tot 30 jaar van ons leven behoorlijk geconditioneerd.

Brain

Dat hele proces speelt zich voornamelijk in de hersenen af. Uiteraard komen er voorkeuren en gevoelens bij kijken. Jouw wereldbeeld als (beperkte) afspiegeling van de realiteit om je heen ontstaat echter in je hersenen. Daar worden keuzes gemaakt, wordt informatie gefilterd, en worden constructies bedacht die acceptabel en plausibel zijn. Om de aansluiting met anderen wat makkelijker te maken, vereenvoudigen je hersenen een en ander, gaan soms wat kort door de bocht, en hebben geen moeite met het vervormen van de realiteit om alles passend te krijgen. Die simplificatie is meestal geen bewust proces. Je merkt het ook pas als de omgeving je iets anders vertelt dan wat je zelf in je hoofd hebt.

Voor mij zit daar de eerste kern van persoonlijke ontwikkeling: voorbijgaan aan je luie brein, en de moeite nemen om écht, open en eerlijk de wereld om je heen nog eens te bezien.

Heart

Het hart symboliseert het gevoel, de emotie, de ervaring die niet zo direct te vangen is in structuren en regels. Het hart geeft vaak betekenis aan dingen. Als je hersenen de vormen en lijnen tekenen, dan zorgt jouw hart voor kleur en intensiteit. Het is de energiebron die jou aanstuurt. Als volwassenen hebben we geleerd om netjes binnen de lijnen te kleuren (om even bij deze beeldspraak te blijven). Dat is waar je hersenen goed mee om kunnen gaan. Kijk je naar kinderen of heel creatieve geesten, dan zie je juist dat kleur zich niet laat vangen in kaders. Het kleurenspel vertelt een heel ander verhaal dan de vormen die eronder liggen.

Ik vind het verschil tussen kleuren- en zwart-wit-fotografie daarom waanzinnig spannend. Een kleurenfoto kan jou het verhaal van de fotograaf vertellen, maar je eigen emotie kun je pas invullen als diezelfde foto slechts bestaat uit vormen en grijstinten. En die invulling is veranderlijk in de tijd en met jouw situatie.

De tweede kern van persoonlijke ontwikkeling is dan ook creativiteit, inclusief de moed om vrijelijk je wereldbeeld in te kleuren.

Het is dus niet zo triviaal dat hart en hersenen het helemaal met elkaar eens zijn als ze de wereld “bekijken”. Om uit die impasse te geraken ontstaan (voor-)oordelen en zgn. cognitieve biases: stilzwijgende afspraken tussen hart en hersenen. Zolang de wereld om ons heen géén tegenreactie geeft hierop, zullen we geen actie ondernemen. We verzanden een beetje in een comfort zone. Dingen moeten ook niet te veel veranderen, want dan passen de oude beelden niet meer. Toch worden we gedwongen om onszelf aan te passen aan een steeds sneller veranderende wereld. Maatschappij, waarden en normen, technologie, sociaal (internet gestuurd) gedrag en de enorme hoeveelheid informatie die over ons wordt uitgestort zorgen ervoor dat we ons wereldbeeld regelmatig moeten bijstellen. We moeten nieuwe keuzes maken, prioriteiten verleggen, andere relaties aangaan en oude verbreken. Dat is wat de verbindende driehoek in het logo aangeeft: hoewel onlosmakelijk verbonden is er geen vast en éénduidig verband tussen hart, hersenen en realiteit. Verbindingen maken kost arbeid en vergt inzicht.

Hierin ligt de derde kern van persoonlijke ontwikkeling besloten: steeds opnieuw het leerproces aangaan met de gereedschappen die hart, hersenen en wereld bieden zodat je keuzes steeds zinvoller en bevredigender worden.

Hoe dieper we deze 3 kernen van ontwikkeling beleven, hoe beter de integratie met de realiteit om ons heen zal zijn. Naast het ontstaan van verstandige neurale netwerken door het gebruik van technische hulpmiddelen, zullen we uiteindelijk ook op buitenzintuiglijk niveau met elkaar samengroeien.