Accepteren of opgeven

Het klinkt zo mooi:

Gewoon jezelf accepteren, en zijn wie je bent.

Toch is het voor veel mensen makkelijker gezegd dan gedaan. Je moet dan namelijk onder ogen zien wat je wellicht geruime tijd uit de weg bent gegaan. Maar de consequentie is ook dat je niet alleen jezelf accepteert zoals je bent, maar ook anderen! Want je verwacht van hen òòk dat ze jou aanvaarden.

Gelukkig betekent “aanvaarden” niet dat je het met iedereen eens moet zijn. Je hoeft ook geen contact te onderhouden, als de verschillen groot zijn. Maar je gunt elkaar wel de eigenwaarde en respecteert de persoonlijke ruimte en vrijheid van de ander.

Jezelf (en anderen) accepteren zoals je bent is vooral vrede hebben met diversiteit. Tolerant zijn voor verschillen, en beseffen dat deze elkaar aanvullen. Het heeft ook een kern van niet-waarderen in zich: geen etiketjes plakken dat iets “goed” of “fout” is; hooguit dat jij er zelf zus of zo op reageert.
Diversiteit betekent ook ruimte geven aan sterktes en tekortkomingen als kwaliteiten waarover je in ruime mate beschikt, of juist niet. Je mag besluiten dat je ergens aan wilt werken, en dat moet je dan ook vol overgave doen. Opgeven omdat je nu eenmaal “bent zoals je bent”, is een slechte keus. Want acceptatie is niet hetzelfde als berusten in je status quo. Dat is te makkelijk, en helpt je niet om veranderingen in je leven door te voeren. Het maakt niet uit wat anderen daarover orakelen, jij bent de enige die daar iets over mag zeggen. Als je jezelf accepteert, dan weet je wat je bent, wat je mogelijkheden zijn, en wat je kunt bereiken. Dat is iets heel anders dan toegeven aan gemakzuchtig niets doen, en excuses aanvoeren om maar niet de problemen in je leven aan te pakken. Je kunt het verleden accepteren, simpelweg omdat daar niets meer aan te doen is. Je toekomst echter, die heb je nog steeds in de hand!