Liefde maakt eenzaam
Hoe ik heet, doet er niet toe.
Hoe zij heette is evenmin meer van belang. Het enige wat ik nu weet is: ik voel me eenzaam. Eenzaam door liefde. Want ik hield van haar. Misschien houd ik nog wel van haar, ware het niet dat er een onoverkomelijk obstakel tussen ons in is komen te staan.
Een kleine drie jaar geleden is onze vriendschap begonnen. Allebei nog heel jong, zagen we onbevangen de toekomst tegemoet. We hadden ons heilig voorgenomen altijd ons verstand te blijven gebruiken en nóóit onze verkering in haat en nijd te laten eindigen. Zo kwam het, dat we een jaar voor wij beiden eindexamen zouden doen, elkaar opzochten en onze relatie eens nader beschouwden.
We openden voorzichtig onze ogen.
Het was duidelijk dat we in de loop der jaren veranderd waren: ik was in de ban geraakt van de “Heilige Tegenstelling”, waardoor ik soms een instabiele figuur leek, en zij behartigde nu allerhande belangen op het sociale vlak. Ik was uitgegroeid tot een wetenschapskind, zij tot een vrouw van de maatschappij.
De examens zouden tot spanningen leiden door studieperikelen. Dan weer wilde de één wat doen als de ander moest leren, terwijl de volgende dag de rollen omgedraaid konden zijn. Voldoende steun aan elkaar geven, daar hadden we té veel eigen besognes voor. We konden van elkaar de spanningen binnen in onszelf wel begrijpen, maar we hadden geen grip op de loop der gebeurtenissen. En dat zou ons opbreken. Tenminste, dat namen we op dat moment aan.
Allebei waren we jong, té jong nog om zó lang en zó hecht verbonden te zijn binnen een verhouding. We verlangden eigenlijk naar wat onafhankelijkheid. Al bij al drie redenen om het uit te maken, drie zeer gegronde redenen.
Ik zal die avond nooit vergeten. Ze huilde. Ik was stil.
Samen zaten we op mijn bed, wachtend op wat het volgende uur ons brengen zou: leegte of geluk. Toevallig vielen haar ogen op een paar Chinese spreuken. Ze huiverde.
“Na drie jaren kan zelfs een ramp haar nut hebben!” Ik zag haar ogen dof worden, en dacht meteen aan een Japanner: “Hoe benijdenswaardig mooi worden esdoornbladeren voor ze sterven!“
Mijn hart vulde zich met tederheid, maar iets weerhield mij ervan m’n armen om haar heen te slaan, en lief voor haar te zijn. Ze las alweer verder:
“Geen mens kan duizend dagen achtereen en ongestoord geluk genieten, zoals de bloemen ook geen honderd dagen blijven bloeien.“
Tranen vloeiden rijkelijk. Ik schrok ervan.
“Duizend dagen ….. is bijna drie jaar!”, ik voelde me verlamd. Nadat ze naar huis vertrokken was, ging de avond voorbij als één stervende aarzeling.
Een paar maanden later voelde ik me vrij.
Ik wilde ervan genieten, doch m’n schoolwerk weerhield me daarvan.
Weer een paar maanden later was ik eenzaam. Ik miste de liefde en de warmte van een fijne relatie. “Wat alle dingen in het leven waarlijk bezielt is de Liefde”. Alweer van een oude Chinees. Ik probeerde elders die warmte te krijgen, maar het bleek dat drie jaren hechte verkering mij gevangen hadden gezet.
“Eén ogenblik van geduld kan ons behoeden voor een grote ramp; één ogenblik van ongeduld kan een geheel leven vernietigen.” De Chinezen wisten het wel.
Kon ik nog naar haar terug? Ik haatte de stap die we rationeel genomen hadden: onze relatie beëindigen om slechts een paar papieren ideeën.
Dan trof mij een slag midden in ’t gezicht. Mijn ex-meisje bleek in verwachting van mijn beste vriend. Ik schaamde me een beetje. Ik had het haar altijd anders geleerd en was zelf altijd erg voorzichtig geweest. Wellicht dacht ze dat iedere jongen zo was. En nu dit. Plots leek ik een mislukkeling: voor mijn gevoel had ik onze relatie niet goed afgerond. Nu ligt ze in het ziekenhuis, met vage trouwplannen en een kind op komst. Door een ongelukje. Door passie. En ik, ik voel me eenzamer dan ooit.