Samen alleen

John en Edith zijn bijna een week op weg naar hun nieuwe bestemming.
Afgezien van de normale ongemakken verloopt de reis voorspoedig. Het is alsof ze onderweg alles met nieuwe ogen bekijken, alleen al omdat ze zich bevrijd voelen. De wijde wereld lijkt hen welkom te heten met de boodschap dat ze vroeger nog maar een fractie hadden waargenomen van wat er werkelijk te beleven valt. Edith kan haar geluk niet op. Dit is wat ze altijd al gewenst had: samen op ontdekkingsreis en elkaar helpen alles wat ze tegenkomen te begrijpen. Het mooie is: ze hoeft niet elk ding tot in detail te leren kennen. Je kunt ook gewoon de geur opsnuiven en weer uitademen. De indruk blijft toch wel!

Voor John ligt het wat ingewikkelder. Of misschien maakt hij het door zijn verantwoordelijkheidsgevoel wel lastig voor zichzelf. Hij wil het gespaarde geld achter de hand houden voor later, en probeert te leven van de meegenomen mondvoorraad en wat ze onderweg kunnen krijgen. Gelukkig zijn veel mensen die ze tegenkomen erg behulpzaam. Wellicht vragen ze zich af waarom een jong paar uit een vertrouwde omgeving wegtrekt, en op weg is naar een heel andere stad. Daar heb je geen familie, geen vrienden of kennissen, en je moet alle gewoontes en regels leren die daar gelden. Maar Edith’s enthousiasme houdt veel nieuwsgierige vragen op afstand. Mensen delen graag wat ze weten, en horen nog liever nieuwtjes die ze later weer kunnen doorvertellen. John had wel de indruk dat veel roddels wat aangedikt of verzonnen waren, maar daar heeft niemand echt last van. Al pratend kregen ze vaak wat te drinken, en soms zelfs iets lekkers, dus dan neem je het niet zo nauw met de werkelijkheid.

Het beekje, dat langs de weg voortkabbelt, zorgt voor voldoende vers water, en mondt hier uit in een klein meertje. John is blij zich straks te kunnen opfrissen, en het stof van de wandeling af te kunnen spoelen. Kleding wassen gaat nog niet; daarvoor hebben ze geen tijd. Frisse onderkleding en uitgeklopte bovenkleding moet voor nu volstaan. Met het gespetter van Edith op de achtergrond bestudeert hij de oever aan de overkant, en laat de ontmoetingen van de afgelopen dagen nog eens aan zich voorbijgaan. Die ontmoetingen op zich waren best leerzaam.

De twee grotere reisgezelschappen waren wat geslotener. Weliswaar heeft zo’n groep genoeg voorraden en blijft er sneller iets over voor twee gasten, toch werden ze met meer achterdocht bejegend. Tijdens die gesprekken hadden John en Edith sterk de indruk dat ze beproefd werden. Hun mening werd gevraagd, en ook over welke vaardigheden ze beschikken. Toen bleek dat ze niets te bieden hadden, was de aandacht snel verdwenen en werden ze verder met rust gelaten.
Het kleine gezelschap van gisteren had hen uitgenodigd zich aan te sluiten, maar de wegen leidden in tegenovergestelde richtingen, dus dat was geen optie. Toch hadden ze veel informatie uitgewisseld, en de wens uitgesproken elkaar ooit weer eens te ontmoeten. Wat natuurlijk niet erg waarschijnlijk is, maar toch… Het was een vriendelijke ontmoeting. De mensen waren heel open geweest, net als zijzelf. Net alsof ze een gemeenschappelijk lot hadden. Hoewel John niet achterdochtig wil zijn, herinnert hij zich wel het gevoel toen ze allebei een lekkere voedzame koek uit de voorraad kregen…Genoeg voor een paar dagen smullen. Het voelde alsof ze “voor wat, hoort wat” moreel verplicht waren de groep te versterken. Omdat richting en doel van de reis al van het begin af aan duidelijk waren, was het niet lastig om het aanbod af te wimpelen. Maar zelfs vandaag knaagt nog een schuldgevoel, denkend aan de ontmoeting van een dag eerder.
En dan zijn er nog de enkelingen die onderweg zijn. Velen gehaast, sommigen wat schichtig. Zo nu en dan bleef iemand staan om een praatje te maken. Als John en Edith op dat moment pauze hadden, was het lastig om niets aan te bieden. Zoveel voorraad hadden ze nou ook weer niet. Gelukkig maakte niemand bezwaar; het lijkt wel alsof eenzame reizigers onderweg onderling een spel spelen, en weten wanneer het iets oplevert of niet. Dat was een leerzame ervaring voor John, maar vooral ook voor zijn vrouw. Zij leeft nog volgens het principe dat als iedereen voor elkaar zorgt, niemand iets tekort komt.

Terwijl Edith terugkeert uit de bosjes langs de oever waar ze zich heeft opgefrist, trekt John alvast zijn bovenkleding uit. Ze hebben nog een lange reis voor de boeg!